Psychiater Janneke Zinkstok: ‘Goede zorg, ongeacht wie je bent’

In de psychiatrie kijken we naar het individu. Iemands identiteit wordt niet alleen bepaald door geslacht, maar ook door leeftijd, seksuele geaardheid, etnische achtergrond of armoede. Dat zijn allemaal zaken die kunnen voorspellen hoe groot de kans is op een bepaalde psychische ziekte, of op een betere of slechtere uitkomst. Het zijn dus ook zaken die ertoe doen om zorg op maat te kunnen bieden. Bij vrouwen zien we vaker depressies, maar mannen komen vaker om door zelfdoding – misschien een teken dat bij mannen depressies niet op tijd gesignaleerd en behandeld worden. Komt dat misschien omdat er voor mannen een taboe rust op het vragen om hulp?

Vrouw lopend over het strand met schip op achtergrond
Annemarie Bakker fotografie

Eenzijdige blik op autisme

In het leven van vrouwen zijn er hormonale wisselingen, wat rond de overgang vaak leidt tot slaapproblemen en depressieve of angstklachten. Er zou meer wetenschappelijke kennis moeten komen over de invloed van hormonen op de psychische gesteldheid. We weten daar nog te weinig van. Of neem bijvoorbeeld autisme. Net als bij een hartinfarct is dit historisch altijd vooral beschreven vanuit jongens en mannen. Maar bij meiden en vrouwen kan een autisme spectrum stoornis er anders uitzien. Dat komt bijvoorbeeld omdat zij beter in staat zijn om sociaal gedrag te kopiëren. Of omdat zij vaker meer ‘sociaal geaccepteerde’ interesses hebben: bijvoorbeeld geen modeltreintjes, maar paarden, geen vliegtuigen maar soapseries. Met méér kennis kunnen hulpverleners beter dóórvragen en symptomen van autisme bij vrouwen herkennen. Om goede zorg te bieden, ongeacht wie je bent.

Maatwerk bij medicijnen

Het is nodig om oog te hebben voor gender. Veel onderzoek naar medicijnen is alleen uitgevoerd onder mannen. Bij vrouwen was onderzoek zogenaamd lastig, want die menstrueerden en de hormonale schommelingen gaven dan andere onderzoeksuitkomsten. Terwijl toch de helft van de bevolking uit vrouwen bestaat. Gelukkig is dit nu echt veranderd en is diversiteit van de onderzoeksgroep een voorwaarde geworden voor het krijgen van subsidiegeld. Bij het voorschrijven van medicijnen is er standaard een vaste dosering. In de psychiatrie letten we goed op bijwerkingen. Als iemand bij een bepaalde standaarddosering veel bijwerkingen heeft, dan kijken we of iemand met een lagere dosis medicijnen toe kan. Soms kan lager lichaamsgewicht betekenen dat iemand minder medicijnen nodig heeft– en vrouwen zijn meestal lichter dan mannen – en dan is een lagere dosering voldoende. Ik hou daar zelf al rekening mee en andere psychiaters ook. Maar je moet er wel elke keer aan denken.

Zorg beter maken

Kennis hierover zou heel goed aan het farmacotherapeutisch kompas kunnen worden toegevoegd. Dat is een database voor dokters waarin staat hoe ze het beste medicijnen kunnen voorschrijven. Bijvoorbeeld bij vrouwen: pas de dosering van middel x aan na de overgang. Of bij iemand met een bepaalde etnische achtergrond: let op het extra risico op bijwerkingen. Als dat soort informatie standaard is toegevoegd, hoef je er als arts niet steeds apart over na te denken. Dit maakt de zorg beter. Voor patiënten zou deze informatie prima op Thuisarts.nl kunnen komen te staan.

Dr. J.R. (Janneke) Zinkstok is psychiater en onderzoeker in het UMC Utrecht. Ze is lid van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en van de Nederlandse Vereniging voor Gender en Gezondheid.

Is deze pagina nuttig?
Bedankt voor je feedback!